Vroeger… altijd een gevaarlijk begin, hoe vroeger dan? In mijn jeugd, als kind en dat was in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw, in dat vroeger dus, was kleren kopen een gebeurtenis, een uitzondering en duur. Ik herinner me een keer winkelen toen ik 12 was. We gingen naar C&A en daar kreeg ik een groen, roze en blauw gestreepte overgooier. Het zegt wat als je je dat nog zo goed kunt herinneren.
Mijn moeder maakte alles zelf. Vaak samen met buurvrouwen, zodat ze elkaar konden helpen. Knipmode was er al, en Marion was er nog, maar de bladen hadden geen uitgebreide websites vol tips en filmpjes. Mijn moeder vond kleren maken niet echt leuk, geloof ik, want ik herinner me vele drama’s rondom het naaimachien. Het was nu eenmaal in die tijd de voordeligste manier om netjes gekleed te gaan.
Ik was niet de makkelijkste om kleren voor te maken, want ik had uitgesproken ideeën over wat ik wel/niet wilde dragen. Dat hing niet zozeer af van de mode: mode was de Parijse couture. Je wilde dragen wat de ’tieneridolen’ droegen op de tv. In diezelfde tijd ontplofte Carnaby Street in Londen en kwam er een eigen modebeeld op gang. Twiggy, Mary Quant, minijurkjes, pop art…. Swinging Carnaby Street. Nou ja, er was mijn vader en daardoor waren mijn rokjes niet zo kort en broeken mocht al helemaal niet van de nonnen op school. Maar binnen de grenzen lukte veel.
Op mijn achttiende ging ik op mezelf wonen. Kleren bleven even duur, en ik had niet meteen een naaimachine. Ik kocht daarom veel tweedehands en vermaakte eindeloos. Tot ik me een naaimachine kon veroorloven. Vanaf dat moment maakte ik alles zelf en… ik had er wel lol in. In de jaren ’80 ging ik studeren, kreeg ik een verantwoordelijke baan, werd ik feministisch, kreeg ik steeds minder tijd. Het zelf kleding maken hield op. De modewereld veranderde en de kledingindustrie ook.
Een tijdje geleden zag ik de documentaire The True Cost of Fashion. Dat confronteerde me zichtbaar met feiten, die me eigenlijk wel bekend waren. Het maakte me boos en dus besloot ik, dat mijn knop om moest. Denim naailes van Destiny van Vliet bij De Steek Amsterdam deed de rest. Nu is er een fijn denim jasje, een grappig topje en hangt er een jurk ‘in de rijg’. Af en toe gaat mijn naaigeheugen spontaan open en af en toe heb ik de hulptroepen van De Steek nodig. Het is misschien nog niet perfect, maar ik haal er wel mega veel voldoening uit. Nieuwe (en beslist onnodige, want kast vol) kleren heb ik dit jaar nog niet gekocht.
Wat een heerlijk herkenbaar verhaal. Uiteindelijk heb ik het naaien van mijn moeder geleerd alleen door veel te kijken. En net als jij vermaakte ik mijn eigen kleding tot de meest leuke jasje, rokjes en jurkjes voor mijn kinderen.
Nu zie ik het niet zo goed meer, maar af en toe zit ik er wel weer achter, of is het voor?
En is het aan de piano, voor de piano of er achter??